Energielabels zorgen voor uitdagingen bij monumenten
Het ene monument is het andere monument niet, zeker als het gaat om duurzaamheidsmaatregelen. Erfgoeddeskundigen roepen de overheid op daar rekening mee te houden bij een voorgenomen wijziging voor energielabels voor gebouwen, die ook voor monumenten verplicht gaan worden.
In technische termen gaat dit om een wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de implementatie van de Richtlijn energieprestatie gebouwen (EPBD IV). Hierbij vervalt de uitzonderingspositie voor het voeren van een energielabel voor beschermde monumenten.
Daarbij kunnen monumenten tussen wal en schip belanden omdat standaardmaatregelen voor verduurzaming niet altijd mogelijk zijn zonder de monumentale waarden aan te tasten. Pijnpunt is vooral dat maatregelen die (zwaar) meetellen in de toewijzing van een letter in het energielabel bij monumenten soms niet kunnen of destructief zijn.
Bijvoorbeeld in een schrijven naar de minister vragen de Federatie Grote Monumentengemeenten (FGM) en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit (FRK) hier rekening mee te houden en altijd op een energielabel te vermelden dat een gebouw een monument is. Dat kan ook in lijn met Europese regelgeving.
ERM als kennisbron
De positie van ERM als kennispartner op het gebied van monumenten is daarbij belangrijk. Felix Kusters van ERM: “Er zijn legio voorbeelden te noemen van constructies die we in monumenten vaak tegenkomen en die niet meegenomen worden in het duurzaamheidslabel, zoals tochtportalen, dikke massieve muren, hoge ruimtes zoals in kerkgebouwen en twee warmteafgiftesystemen in één ruimte. Wij delen derhalve vanuit de DuMo-begeleidingscommissie het standpunt van FGM dat verfijning van NTA8800 (de actuele Nederlandse Technische Afspraak voor de bepaling van de energieprestatie van gebouwen) ten behoeve van monumenten nodig is.”
Kusters legt uit: “Om de energielabels van gebouwen, zowel monumenten en niet-monumenten, onderling vergelijkbaar te houden dienen ze wat ons betreft langs dezelfde meetlat gelegd te worden. Vanuit dit perspectief is één berekeningsmethodiek wenselijk. Verfijning is echter vereist om constructies, installaties en dergelijke in te kunnen voeren die we in monumenten vaak tegenkomen, zodat labelscores voor monumentale gebouwen realistischer worden. Deze verfijning kan dan overigens ook benut worden voor niet-monumenten waar dit voorkomt, waardoor ook die labelscores realistischer worden. Om het risico van te vergaande verduurzaming tegen te gaan en tegemoet te komen aan statusgerelateerde wettelijke eisen omtrent monumentaal waardebehoud, zou het beter zijn om de labeleisen voor monumenten (statusgerelateerd of generiek) te verlagen ten opzichte van moderne bouw.”
DuMo-advies
Het advies van een Duurzame Monumenten (DuMo) adviseur kan daarin voor een opdrachtgever erg belangrijk zijn. Deze adviseur is speciaal opgeleid om de bovengenoemde belangenafweging goed te maken. In de brief naar de minister pleiten Federatie Grote Monumentengemeenten (FGM) en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit (FRK) daarom deze adviezen zo laagdrempelig als mogelijk te houden, onder meer met subsidie. Daarbij verwijzen ze ook naar ERM, waar wordt gewerkt aan een nieuwe uitvoeringsrichtlijn voor DuMo-advies. In deze richtlijn worden criteria uitgewerkt die moeten leiden tot meer uniformiteit en compleetheid van Dumo-adviezen. Dit om te waarborgen dat in toekomstige Dumo-adviezen alle relevante aspecten aan de orde komen en goed tegen elkaar worden afgewogen. Dit moet resulteren in specifiek op het monument toegesneden maatregelpakketten, waarmee eigenaren in staat worden gesteld om verantwoorde keuzes te maken en die hen handelingsperspectief bieden.
Felix Kusters: “Maatwerkadviezen voor monumenten zijn echt anders dan voor niet-monumenten. Dit vanwege monumentaal waardebehoud, maar ook vanwege onder meer afwijkende bouwfysische gebouweigenschappen. Dit moet via goede DuMo-adviezen getackeld worden. Er wordt verwezen naar ERM en dat is fijn, temeer daar dit onderstreept dat er behoefte is aan een duidelijke DuMo-richtlijn waar wij nu mee bezig zijn. Wij zitten echter te springen om een uniforme berekeningsmethodiek om verduurzamingsmaatregelen in monumenten door te kunnen rekenen. Dit om te waarborgen dat alle DuMo-adviezen op dezelfde wijze worden doorgerekend en daarmee controleerbaar en vergelijkbaar zijn. Vanwege de toepassing van NTA8800 voor het bepalen van het energielabel is het de meest logische weg om de NTA-software dan ook als basis te gebruiken voor verduurzamingsadviezen voor monumenten. Maar dan moet de rekenmodule wel voor dit doel geschikt gemaakt worden. Verder zou ons inziens het rekenprogramma ook meer rekening moeten houden met het werkelijke energieverbruik voor een realistischer beeld van de daadwerkelijke energie- en kostenbesparingen.”
Download hier de adviezen van FGM en FRK.