Monumentensector verenigt zich om arbeidsproblematiek aan te pakken niet

2 December 2025

Monumentensector verenigt zich om arbeidsproblematiek aan te pakken niet

Het tekort aan arbeidskrachten in de restauratiesector brengt de Nederlandse monumenten in gevaar. Om het probleem op te lossen, is intensievere samenwerking binnen de versnipperde restauratiesector essentieel. Op 1 december werd daartoe actie ondernomen, tijdens de presentatie van het ERM-onderzoek ‘Samen, anders kan het niet’. Verslag van een boeiende middag.

De presentatie in Amersfoort, ten kantore van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), werd erg druk bezocht door een brede vertegenwoordiging uit de sector: opdrachtgevers en opdrachtnemers, toezichthouders en opleiders. Het onderwerp leeft, zoveel is duidelijk. Christian Braak, directeur van ERM heette iedereen welkom en gaf aan waarom ERM het initiatief tot het rapport nam, dat sinds deze week beschikbaar is.

“Er is sprake van een verborgen restauratiecrisis: per jaar zijn er honderden kundige handen tekort”, aldus Braak. “Alle partijen in de restauratiesector kampen met personeelstekorten en die tekorten zijn structureel. De gevolgen zijn inmiddels merkbaar: oplopende wachttijden, stijgende kosten en afnemende restauratiekwaliteit. In de toekomst zullen deze problemen naar verwachting alleen maar verergeren. Het leek ons goed om helderheid te verkrijgen en ook initiatief te nemen tot actie.”

Vanuit de gaststad Amersfoort sprak wethouder Rutger Dijksterhuis (o.a. erfgoed) de zaal toe. Erfgoed krijgt in Amersfoort veel ruimte, zo stelde hij, maar wordt ook gemakkelijk voor lief genomen. “Wij voelen ons in Amersfoort erg rijk met vele typen erfgoed”, aldus Dijksterhuis. “Voor veel inwoners heel normaal, tot het er opeens niet meer is, bijvoorbeeld door een tekort aan handjes. Dat speelt zeker ook bij Nederlandse gemeenten. De vraag die ik belangrijk vind is, hoe krijgen we het belang van erfgoed ook buiten onze eigen monumentenbubbel voor het voetlicht? En hoe krijgen we genoeg instroom om onze monumenten in stand te houden? Laat vandaag daartoe een belangrijke stap zijn.”

Onderzoekers Herbert-Jan Hiep en Paul Sikkema (IVEM) presenteerden vervolgens de belangrijkste uitkomsten van hun onderzoek, waarvoor zij meer dan 50 gesprekken voerden en ook naar het buitenland werd keken. Sikkema: “Wat opviel is dat de tekorten niet alleen bij het restauratiewerk zelf nijpend zijn, maar ook op het niveau van projectleiders, restauratiearchitecten, toezichthouders en monumentambtenaren. De instroom vanuit de opleidingen is nagenoeg opgedroogd; dat gaat om enkele tientallen per jaar. Het is steeds moeilijker om projecten tot uitvoering te brengen, en de restauratiekwaliteit gaat achteruit.”

Kikker in de pan
Het onderzoek is daarom ook eerder een actieplan, zo stelde Hiep. “Onderzoeken zijn er genoeg; het is nu tijd voor gezamenlijke actie. De stand van de sector vergelijk ik met de metafoor van een kikker in een pan met water dat aan de kook gaat; de kikker voelt het niet tot het te laat is om uit de pan te springen. Aan alle kanten zien we verschraling, veel is onzichtbaar. Vandaar de onzichtbare restauratiecrisis. Naast restauraties die helemaal niet meer kunnen beginnen, denk ik dat er ook een race to the top kan ontstaan: alleen de grotere bedrijven die zelf kunnen opleiden, kunnen nog genoeg expertise behouden.”

Het plan biedt onder andere vier speerpunten die de sector moeten helpen aan voldoende aanwas om de actuele uitdagingen, waaronder ook verduurzaming en schade aan fundering door droogte of wateroverlast, te kunnen aangaan.

Regierol
Wim van der Maas, voorzitter van het ERM-bestuur, reikte het eerste exemplaar van het rapport uit aan Arjan de Zeeuw, die de directie van de RCE vertegenwoordigde. Volgens Van der Maas kwam de arbeidsproblematiek telkens weer ter tafel bij de ERM, en vormde die urgentie de aanleiding tot het rapport. “Nu duidelijk is hoe we ervoor staan, spreek ik de hoop uit dat die urgentie ook doordringt bij zowel de O als de C van het Ministerie van OCW. We hebben elkaar nodig om dit probleem aan te pakken. En wellicht kan de RCE wel leidend zijn in die regierol, die nodig is om alle initiatieven die nu al bestaan in het land op het gebied van scholing, ook van elkaars bestaan weten en elkaar vinden.”

De Zeeuw zag zeker een sterke rol voor de RCE weggelegd. “Maar de kracht van samen, is ook echt samen”, aldus De Zeeuw. “De problematiek is bekend. Een bijkomend probleem is dat de arbeidsmarkt alleen maar krapper lijkt te worden. Ik denk dat de uitdaging voor onze sector ook ligt in het inspireren van jongeren om de stap of overstap te maken. Dat doen we met initiatieven als de talentprijs, maar er is vast veel meer mogelijk. Laten we daarover samen in gesprek gaan.”

De bevindingen uit het rapport bleken volop discussie op te leveren. Om de meningen enigszins te stroomlijnen, had ERM twee panels geformeerd waarin een brede vertegenwoordiging van de monumentensector was opgenomen.

Het eerste panel bestond uit Karin Westerink (Federatie Grote Monumentengemeenten), Cathelijne Broers (Cultuurfonds), Hilke Jansen (Restauratie Opleidingsprojecten), Jan Gersen (Gelders Restauratiecentrum) en Thomas van Engelshoven (Legemaat van Elst)

Christian Braak wilde van de aanwezigen weten of de bevindingen hen gaan helpen in de dagelijkse realiteit. Thomas van Engelshoven: “ik herken dat punt over zichtbaarheid heel sterk, en zie daar een deel van de oplossing. Als ik mensen meeneem naar restauratieprojecten, zien ze pas hoe mooi ons vak is. Natuurlijk kan dat middels een landelijke campagne, maar ook met allerlei regionale campagnes bereiken we zichtbaarheid. Wij moeten allemaal ons steentje bijdragen op dat vlak.”

Cathelijne Broers: “Ik complimenteer de onderzoekers met hun opmerking dat dit een nationaal probleem is. Het ontbreekt nu aan voldoende coördinatie en regie. Nederland is klein, maar op veel vlakken toch versnipperd. Ook qua campagne pleit ik voor een gezamenlijke aanpak, om de kinderen in Nederland en hun ouders te kunnen bereiken.”

Karin Westerink: “Natuurlijk is er een publiekscampagne nodig, maar ook de campagne richting de verschillende rijksoverheden is belangrijk. De restauratiesector is gelinkt aan verschillende zeer belangrijke thema’s: wonen, verduurzaming, klimaatverandering. Het gaat om de leefbaarheid van Nederlanders in de komende decennia.”

Schoonheid van het vak
Het tweede panel bestond uit Denise Wiersum (JaJO), Dré van Dinther (Van Dinther Bouwbedrijf), Yvonne Ploum (Erfgoedacademie), Stefan Kant (Bouwmensen Den Bosch) en Syquin van den Berg (Nico de Bont Vakschool)

Denise Wiersum is blij met de bevindingen van het rapport, die volgens haar onderstrepen wat er ontbreekt: structurele samenwerking. “Wat dat betreft voel ik me soms wel alleen, terwijl je het zeker met campagnes echt niet alleen kunt. Onze bedrijven zijn nu met Kinderdijk samen een campagne aan het opzetten, om de schoonheid van het vak te benadrukken. Overal in Nederland gebeuren prachtige dingen. Vaak weten we het niet van elkaar.”

Dré van Dinther: “Die versnippering herken ik heel erg, maar die lijkt ook wel van alle tijden te zijn, in ieder geval zo lang als ik in de sector rondloop. Vergeet ook niet, dat we nog steeds bezig zijn onze erfgoedsector te bevechten. Er zijn gemeenten die hun rijksmonumenten voor onderhoud gewoon in een tender gooien en kiezen voor een algemene onderhoudspartij die niets met monumenten heeft. Ik ken monumentambtenaren die vorig jaar iets compleet anders deden. Om kwaliteit na te streven, is werken aan ons gezamenlijk doel – instandhouding van ons erfgoed - ook nog steeds belangrijk.”

Yvonne Ploum: “Als we willen dat mensen in Groningen weten over initiatieven in Brabant, zullen we toch een soort community of practice moeten hebben. Een centrale organisatie die organisaties aan elkaar koppelt en initiatieven combineert. Daarnaast is er wel iets met het imago. Ouders willen dat hun kind op het WO belandt, maar waarom eigenlijk? Dat heeft ook te maken met de uitstraling van het vak.”

Samenwerking is ook bij opleidingen van essentieel belang, ziet Syquin van den Berg. “Wij bestieren bij Nico de Bont een interne vakschool, maar het is zeker niet onze bedoeling om een opleiding te beginnen; we werken juist intensief samen met bijvoorbeeld het Nationaal Restauratie Centrum. Ik kijk daarnaast ook altijd naar de persoon, niet naar het papiertje. Aspirant-bouwers met niveau 2 zijn ook gewoon welkom, zolang de passie voor restauratie er maar is.”

Op naar een oplossing
Het slotwoord was voor Wim van der Maas, die positief verrast was door de opkomst en de wil om er samen voor te gaan. Tegelijkertijd ligt er volgens Van der Maas nog veel werk, vooral in het benaderen en meenemen van doelgroepen. “De eerste doelgroep is de politiek, en die heeft zich de afgelopen periode weinig geroerd over dit onderwerp. Aan ons dus de taak om met hen in gesprek te gaan. De tweede doelgroep is de overheid: we zijn dan ook blij dat de RCE samen met ons het voortouw neemt om ook OCW mee te nemen. Als derde doelgroep zie ik de zaal hier voor me. Laat vandaag het begin zijn van een oplossing!”

Na de sessie gingen de ruim 100 vertegenwoordigers van de monumentensector naar huis met een rapport onder de arm. Voorzichtig werden de eerste gesprekken al geopend. Christian Braak, ERM: “Het was een enerverende middag. Ook wij gaan nu doorpakken, onder andere door met het Ministerie van OCW in gesprek te gaan. Veel dank voor ieders input!

Overhandiging van het rapport door Wim van der Maas (ERM) aan Arjan de Zeeuw (RCE)