Platform Monumententoezicht: blik op Post65 erfgoed

17 December 2025

Platform Monumententoezicht: blik op Post65 erfgoed

De jaarlijkse bijeenkomst van Platform Monumententoezicht stond dit keer in het teken van Post65 erfgoed. Een volle zaal met erfgoedambtenaren en gemeentelijke toezichthouders dook in de specifieke problematiek van jonge monumenten. Vanaf welke leeftijd noemen we erfgoed erfgoed? En waarin verschillen jonge en oude monumenten? Verslag van een boeiende middag.

Het platform Monumententoezicht is een initiatief van Stichting ERM in samenwerking met de Federatie Grote Monumentengemeenten en de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland. Van die laatstgenoemde vereniging heette voorzitter Wico Ankersmit de aanwezigen welkom. “Goed te zien dat de zaal vol zit. Het onderwerp van Post65 leeft: veel gemeenten zijn er nu serieus mee bezig. Er is veel bijzondere, relatief nieuwe architectuur die we willen beschermen. Hopelijk begrijpen we na vanmiddag ook beter waarom, en hoe.”

Ilse Rijneveld nam namens de Federatie Grote Monumentengemeenten (FGM) het woord, en gaf inzicht in de activiteiten van FGM, waaronder besprekingen met de overheid rondom het naderende verplichte energielabel voor monumenten in 2026, waarbij de belangen van de gemeenten uiteraard goed in de gaten gehouden worden. Ook voor ERM is dat energielabel aanleiding voor actie: in 2026 wordt gewerkt aan een sectorbrede aanpak om te kunnen omgaan met de verplichting, stelde Patricia de Vries (ERM). “Ook zijn we o.a. bezig met de actualisatie van de richtlijn voor tuinhistorisch onderzoek. En er is gewerkt aan een actieplan voor de Arbeidsmarktproblematiek in de Restauratiesector; een onderwerp dat ook bij de gemeenten speelt.”

Bettina van Santen, voorzitter van de werkgroep Post65 van FGM en architectuurhistoricus bij de Gemeente Utrecht, nam de aanwezigen mee in de ontwikkelingen rondom Post65. In 2018 werden de eerste stappen gezet naar deze term, toen de sloop van het paviljoen van Boymans van Beuningen in Rotterdam aan de orde was. “Er bleek behoefte aan een werkgroep die specifiek keek naar de waarde van erfgoed van na 1965”, aldus Van Santen. “Vaak is de indruk; er verdwijnt zoveel. Maar er is ook ontzettend veel: er zijn in Nederland vier miljoen gebouwen die tussen 1965 en 1990 zijn gebouwd. Veelal sobere gebouwen, van sober materiaal. Met de huidige verdichtings- en verduurzamingsopgave komt ook de waarderingsvraag steeds naar boven. Zeldzaamheid speelt nog niet; daarom wordt vaak gekozen voor behoud van representatieve voorbeelden. Wat ook belangrijk is bij Post65 erfgoed is de gebruiksgeschiedenis; het verhaal dus dat er bij hoort. Het concept was destijds misschien nog wel belangrijker dan de materiaalkeuze, en objecten zijn vaak samen met de omgeving ontworpen. Daarom is het belangrijk om die omgeving ook mee te nemen in een besluit.”

Harriën van Dijk, restauratiearchitect bij VAWR en V&N Architecten, dook vervolgens de praktijk in met een recent voorbeeld van restauratie van een Post65 project; een studentenflat uit 1971, door de Gemeente Utrecht aangewezen als gemeentelijk monument. “De opgave as verduurzaming naar nieuwbouwkwaliteit, met behoud van monumentale waarden”, aldus Van Dijk. “Bij Post65 moet je de klassieke monumentenbenadering vaak loslaten: de focus op materiaalbehoud gaat vaak niet op en bovendien was alles bij dit gebouw dichtgezet met asbesthoudende kit en speelden er grote bouwfysische problemen. Bijzonder was dat we in dit geval de architect Age van Randen nog konden raadplegen. De kernwaarde van het studentencomplex was de gemeenschap, zo stelde hij. Dat schiep ook mogelijkheden om de keukens, die eigenlijk te klein waren voor het aantal bewoners per unit, te vergroten en de portieken te verkleinen. het aantal Brutalistische beton architectur. Het heeft positieve, maar ook negatieve aspecten. Dat zijn ingrepen die je bij oudere monumenten niet zomaar zou doen, maar die wel passen in een aanpak waarbij het concept leidend is.”

Foto: Stichting ERM

Een ander voorbeeld kwam uit Apeldoorn: het beroemde Centraal Beheer-kantoor van architect Herman Hertzberger uit 1972. Henriette Sanders van de Gemeente Apeldoorn nam de aanwezigen mee in de zoektocht naar een toekomst van dit gebouw, die nog niet ten einde is. “Sloop van dit iconische gebouw is nog steeds niet helemaal van tafel; dat laat wel zien hoe broos ons Post65 erfgoed is”, aldus Sanders. “Het bijzondere is dat ook hier de oorspronkelijke architect nog kan meedenken over de toekomst. Het Centraal Beheer gebouw was feitelijk het eerste Nederlandse kantoorgebouw dat bestond uit grote kantoortuinen, en alleen al daarom een icoon. Hertzberger heeft eerder genoemd dat ook woningbouw prima kan; hetgeen zou indruisen tegen die belangrijke erfgoedwaarde. Dat roept ook de vraag op: van wie is het gebouw inmiddels?”

De aanwezigen gingen vervolgens in gesprek aan de hand van een aantal stellingen, die exemplarisch zijn voor het denken over, en omgaan met Post65-erfgoed. De meningen waren verdeeld…

  • De visie van oorspronkelijke architect moet van doorslaggevend belang zijn

  • Bij asbestsanering moet je accepteren dat erfgoedwaarden verloren gaan

  • Vasthouden aan het historisch beeld van centraal beheer is erg conservatief: een gebouw dat ontworpen is om getransformeerd te worden, moet je als zodanig accepteren en niet te veel beschermen.

Na een welverdiende pauze was het podium voor Annelou Evelein, erfgoedambtenaar bij de Gemeente Gorinchem. Zij bracht een inspirerend verhaal over hoe je bewoners mee kunt nemen in de discussie. “Daarbij moet je ook altijd oog hebben voor representatie: erfgoed dat bijvoorbeeld voor oudere bewoners vervangbaar is, kan voor jongere bewoners juist veel waarde hebben. Wij gaan altijd op zoek naar verhalen, naar herinneringen die mensen aan een plek of gebouw hebben. Die zijn minstens zo belangrijk als de esthetische waarde.”

De laatste spreker was Ronald Stenvert, die recent een boek geschreven over bouwmaterialen uit de Post65 periode; ‘Bouwmaterialen 1940-1990’. Stenvert gaf een bloemlezing over gebruikte materialen en de uitdagingen die nu spelen bij onder andere betontoepassingen, wanneer een gebouw verduurzaamd moet worden. Eén van de vroegste voorbeelden van kunststof kozijnen blijken nog steeds te zitten in het Raadhuis te Amstelveen. En verder kwamen voor Post65 typische materialen als kunstleien, splitblokken en natuurlijk Trespa aan bod.

Het was uiteindelijk een inspirerende middag vol kennis, expertise en discussie. De aanwezigen kijken uit naar de volgende editie, die door Stichting ERM zal worden aangekondigd.