Verplicht energielabel voor monumenten
In de Europese richtlijn EPBD IV (Energy Performance of Buildings Directive), de Europese wet die wil zorgen dat gebouwen in Europa energiezuiniger worden, is de eerdere uitzonderingspositie die monumenten hadden bij de energielabelplicht vervallen. Dat betekent dat monumenteneigenaren vanaf mei 2026, net zoals eigenaren van andere gebouwen, verplicht zijn om bij verhuur of verkoop een energielabel te hebben.
Als voorbereiding op deze nieuwe verplichting is onderzocht of de huidige energielabelsystematiek geschikt is om te gebruiken voor monumenten. De conclusie van dat onderzoek stelt dat dat zo is (zie onder aan dit artikel).
Ook monumenten moeten in 2050 zo duurzaam mogelijk zijn
Hoewel monumenten niet hoeven te voldoen aan de strenge energie-eisen zoals die gelden voor utiliteitsgebouwen (kantoren, scholen of niet industriële bedrijfspanden), moeten ook monumenten in 2050 zo energiezuinig mogelijk zijn.
In haar kamerbrief over de verduurzaming van de gebouwde omgeving van maart 2025, heeft minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aangegeven dat zij in overleg met OCW en de monumentensector wil verkennen of bestaande energieadviezen, zoals de DuMo-adviezen (Duurzame Monumenten adviezen) breder kunnen worden ingezet om eigenaren van monumenten te helpen om sneller en gerichter te verduurzamen richting 2050.
ERM en DuMo adviezen
De restauratiesector werkt al langere tijd met de zogenaamde DuMo-adviezen. In 2020 heeft ERM hier een helder begrippenkader voor ontwikkeld waarmee adviseurs op gestructureerde wijze de energieprestatie van een monument in beeld kunnen brengen en passende adviezen kunnen geven, rekening houdend met hun cultuurhistorische waarde. Steeds meer overheden en regelingen, zoals de subsidieregeling DUMAVA (Duurzaam Maatschappelijk Vastgoed), verwijzen naar deze methodiek.
Energetische verduurzaming is namelijk een belangrijk onderdeel geworden van het restaureren en onderhouden van monumenten. Monumenteneigenaren raken ook meer en meer geïnteresseerd in verduurzaming als op zichzelf staande ingreep. Verantwoord verduurzamen van monumenten begint met een gedegen verduurzamingsadvies, waarin verduurzamingsopties worden behandeld en een relatie wordt gelegd met het behouden van monumentale waarden. Voor DuMo-adviezen bestaan echter nog geen uitvoeringsrichtlijnen. Wel heeft ERM dus in URL 2001 criteria opgenomen waaraan verduurzamingsadviezen moeten voldoen.
De afgelopen jaren zijn op dit gebied echter veel nieuwe inzichten ontstaan. Daarom wordt er nu gewerkt aan een separate uitvoeringsrichtlijn voor DuMo-advies. Temeer omdat overheden verwijzen naar de criteria die door ERM zijn opgesteld, terwijl deze nog onvoldoende zijn uitgewerkt en nog niet de status hebben van een uitvoeringsrichtlijn. Ook worden de criteria geactualiseerd, mede op basis van de ervaringen die hiermee zijn opgedaan door de DuMo-adviseurs.
Verduurzaming makkelijker en aantrekkelijker maken
De herziening van de ERM-richtlijnen en het beleid van de minister grijpen in elkaar. Door bestaande structuren zoals de DuMo-systematiek te versterken, wordt het voor monumenteneigenaren makkelijker en aantrekkelijker om hun pand te verduurzamen. Zo ontstaat er een praktijkgerichte aanpak waarin erfgoedbehoud en energiebesparing hand in hand gaan.
Dat is vermeld in een brief van 7 maart van de minister Keijzer van VRO aan de Tweede Kamer:
Brief aan Parlement – Verduurzaming gebouwde omgeving
Zie ook: Beoordeling geschiktheid energielabelsystematiek bij monumenten
Bron: Federatie Grote Monumentengemeenten
Ook monumenten moeten in 2050 zo duurzaam mogelijk zijn (foto Jan van Galen)