Betonrot beschadigde het metselwerk van de Centrale Markthal

De Centrale Markthal in Amsterdam-West was ooit de grootste overdekte markthal van Europa. Voor de bouw, begin jaren dertig van de vorige eeuw, is door de toenmalige gemeentelijk hoofdarchitect Nico Lansdorp een constructie ontworpen waarin gewapend beton en staal aan de buitenzijde werd bekleed met baksteen. In de decennia daarna trad veel betonrot op. Daardoor is het metselwerk gaan bollen, scheuren en los komen te liggen. In opdracht van BOEi restaureert Van Milt Restaurateurs nu het metselwerk, voegwerk en de betonnen onderdelen – waarvoor veel specialistische kennis noodzakelijk is. Dat laat ook uitvoerder Martijn Hendriksen in een YouTube filmpje zien.


Interieur van de Centrale Markthal – foto ERM

Buik van Amsterdam
Een immens gebouw is het; 130 meter lang, 72 meter breed en 28 meter hoog. De bouw, tussen 1932 en 1934, was op initiatief van de sociaaldemocratische wethouders Wibaut en De Miranda om Amsterdam socialer en leefbaarder te maken. De Centrale Markthal ging de groente- en fruitmarkt in de Marnixstraat vervangen. Het 22 hectare metende terrein werd al snel de ‘Buik van Amsterdam’ genoemd, analoog aan de Hallen van Parijs. Er waren insteekhaventjes voor aan- en afvoer over het water, treinsporen verbonden de Centrale Markthal met omliggende industrie en het Centraal Station en paardenkarren en vrachtauto’s kregen alle ruimte op het terrein.

Beton herontdekt
Volker Vlaming is namens BOEi projectleider voor de restauratie. Door het gebouw wandelend vertelt hij: ‘Beton is een vrij jong bouwmateriaal. En dat terwijl de kennis en toepassing veel ouder is. De Romeinen gebruikten het onder andere voor het Pantheon. Daarna raakte het in ongebruik. Tegen het einde van de negentiende eeuw werd het herontdekt als bouwmateriaal. Sindsdien is de werkwijze standaard: betonnen kolommen en balken met daarin ijzeren beugels en gebogen wapening die aan elkaar zijn vastgebonden. Begin twintigste eeuw werd dit ook in Nederland steeds meer toegepast. Bekende voorbeelden zijn de betonnen koepel van de Cenakelkerk in de Heilige Land Stichting en Zonnestraal in Hilversum. Hier is de combinatie van gewapend beton en staal aan de buitenzijde bekleed met baksteen. Daarnaast is beton onder andere toegepast bij de trappen, de vloeren, de ventilatiekanalen, de lateien, de luifels en overstekken’.


Vrij gehakte betonrot achter metselwerkblad – foto Van Milt Restaurateurs, Martin Kattekamp

Betonrot leidde tot scheuren
Vlaming wijst op de vele schadeplekken in het metselwerk. ‘De toch nog geringe ervaring en kennis van beton in de eerste helft van de vorige eeuw heeft hier, en ook wel elders, geleid tot veel betonrot. Ontstaan door het roesten van de wapening in het beton. Roestend staal zet zich uit en kan wel vijf tot tien keer zo dik worden als de oorspronkelijke dikte. Daardoor ontstaat er veel druk binnen het beton, dat vervolgens leidt tot scheuren in het beton en losse schollen die eruit vallen. Uiteindelijk kan zelfs een deel van de wapening bloot komen te liggen. Hier uit zich dat vooral in de betonnen kolommen in de hoeken van het gebouw. Daarnaast zijn bij het metselwerk fouten gemaakt, met name wat betreft de dilataties’.
Het gebouw is in de lengterichting in drie bouwdelen verdeeld, wijst hij. ‘De in het ontwerp goed aangegeven dilataties zijn echter door de metselaars niet zorgvuldig aangebracht. Zo zijn de verticale dilataties niet over de volledige hoogte aangebracht en verspringen her en der. Ook de breedte ervan is sterk wisselend, het metselwerk binnen in de hal heeft bijvoorbeeld vrijwel geen voegbreedte. Daarbij is het metselwerk zeer strak tegen het beton aangezet’ Dat alles, vat Vlaming samen, ‘maakt dat weersinvloeden als vocht en warmte door de constructie niet kon worden opgevangen. Zonlicht geeft bijvoorbeeld 6 tot 8 millimeter werking’.


Gereinigd en geconserveerd wapeningijzer – foto Van Milt Restaurateurs, Martin Kattekamp


Met mortel aangeheelde betonkolom en metselwerk met lintvoegwapening – foto Van Milt Restaurateurs, Martin Kattekamp

Metselwerk operatief geopend
Martijn Hendriksen is bij Van Milt de projectleider. Hij laat op een van de hoeken van het gebouw de schade zien in het metselwerk die is veroorzaakt door betonrot. ‘Er zijn verticale scheuren ontstaan, als ‘natuurlijk gevormde dilataties. Ook hier is er interactie tussen de massieve betonconstructies en het meer flexibele metselwerk’. Hendriksen toont de nieuwe inboetingen waarmee de scheuren zijn weggewerkt. Het metselwerk, vertelt hij, ‘is operatief open gemaakt, de schade in beeld gebracht en de betonkolommen zijn weer gerestaureerd. Daarna is met een bijpassende steen de inboetingen weer teruggebracht, en weer netjes afgevoegd, in de originele kleur. Dit alles overeenkomstig de URL 4003 voor historisch metselwerk en URL 4006 voor historisch voegwerk. Ook de URL 4005 voor historisch beton, waarvoor Van Milt zich als tweede Nederlandse bedrijf onlangs heeft gecertificeerd, kwam goed van pas’, aldus Hendriksen. Op het ERM Youtube kanaal is een filmpje geplaatst waarin Martijn Hendriksen de werkzaamheden toelicht.


Scheuren in metselwerk door betonrot in achterliggende kolom – foto Van Milt Restaurateurs, Martin Kattekamp


Ingeboet metselwerk met staande-tand dilatatie – foto Van Milt Restaurateurs, Martin Kattekamp


‘Ontstoort’ (kunstmatig ‘vervuilde’ nieuwe stenen) en gevoegd metselwerk (dilatatie voorzien van flexibele gevelkit) – foto Van Milt Restaurateurs, Martin Kattekamp

Verduurzaming
Na de restauratie wordt het enorme rijksmonument een plek voor een grote en diverse groep Amsterdammers, met een brede mix aan functies. Het krijgt het grootste energieleverende dak van Amsterdam. Daar wordt 2500 m2 aan zonnepanelen geplaatst. Zij zijn goed voor 400.000 kwh aan stroom.

Informatie over
groen erfgoed
Toezicht op
monumenten
Projectaanpak
restauratie
Richtlijnen
verduurzaming
Restauratoren
Register

Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM)
Bezoekadres: Utrechtseweg 12, Amersfoort. Postadres: Postbus 420, 2800 AK Gouda. Tel: 085 - 486 24 80